top of page

 

Info & Inspiratie artikelen

Want we hebben allemaal de morgen

Geschreven door Ingrid van der Voort

Onlangs heb ik samen met fotograaf Mirjam Smits - van Liefstmeer-Fotografie - mee mogen werken aan een bijzonder boek, geschreven door Paula Irik, Irene Kruijssen (en Laura Vermeulen): "Want we hebben allemaal de morgen". Het boek komt op Wereld Alzheimer dag 2017 uit. Het gaat over de zo eigen taal van mensen met dementie: "Dementees". Het is een handreiking voor naastbetrokkenen.

Hoe houdt je verbinding als de taal zoals gewend veranderd, niet meer gaat? Tevens hopen de schrijvers op emancipatie van het Dementees. Mensen met dementie zijn uiterste kwetsbaar, hun eigen stem wordt nauwelijks gehoord. Terwijl zij nog zoveel te vertellen hebben. Als je kunt luisteren.....

Dan hoor je, zie je, voel je dat er 'Juweeltjes' ontstaan.... Dit zijn parels; prachtige uitspraken vol levenskunst. Paula en Irene hebben er vele genoteerd in de ontmoetingen die zij hebben met hun cliënten als muziektherapeut en als geestelijk verzorger. De Juweeltjes worden al enige jaren via de e-mail in- en extern (vanuit stichting Cordaan), rondgestuurd. U kunt ze ook ontvangen: ikruijssen@cordaan.nl

Uit vier jaar 'Juweeltjes' en het boek 'Leestekens' (van Paula Irik), heb ik als vormgever een keuze gemaakt. Vanuit mijn idee zijn de 'BeeldJuweeltjes' ontstaan en toegevoegd aan het boek. Omdat beeld & tekst nog meer zegt.

Mijn logo, het lieveheersbeestje, dezelfde foto is gebruikt op de voorkant van het boek. Ik ben er trots op dat het lieveheersbeestje zo de wereld in wandelt.

Het boek wordt uitgegeven door Elikser, Jitske Kingma.

Reizende Mini-bieb 'Klein Geluk'

Geschreven door Wendy van Leeuwen

Hoe krijg je een betere verbinding tussen mantelzorgers en zorgmedewerkers? Ingrid van der Voort (mantelzorger) en Sabine Kuster (Woonzorgbegeleider Senior) kwamen samen op het idee van een ‘reizende mini-bieb’. De vader van Ingrid van der Voort heeft een bijzondere vorm van dementie en woont al acht jaar bij WZH Leilinde. Sabine Kuster zorgt, samen met haar team, voor de vader van Ingrid.

Geen onwil
Ingrid: “Sabine zegt naar mij toe oprecht wat ze vindt en vroeg me hoe het toch komt dat er zo weinig mantelzorgers naar familieavonden komen. En waarom wil er bijvoorbeeld bij het ophangen van Sinterklaasversieringen geen mantelzorger helpen? Ik vertelde haar dat het geen onwil is van mantelzorgers. Ze hebben veel meegemaakt voordat hun vader of moeder in het verpleeghuis terecht komt. Ze zitten middenin een proces van rouw, afscheid nemen, verlies. Meedoen aan dit soort activiteiten is soms simpelweg te veel.”

Aansluiting vinden
Sabine en Ingrid keken samen hoe zij, in de vorm van kleine activiteiten, dingen konden doen waarbij mantelzorgers en medewerkers wel de aansluiting met elkaar vinden. Ingrid: “Ik was erg gecharmeerd van het boekje ‘Klein geluk voor de mantelzorger’ en deelde dit met Sabine. Dit boekje diende als inspiratie voor onze gesprekken. Hoe konden we dingen die nu onbesproken bleven, zoals rouw, verlies, ziektebeelden, angst en verdriet, wat kan er nog wél, een plek te geven in de dagelijkse praktijk?

Nog meer boeken
Er bleken naast ‘klein geluk voor de mantelzorger’ nog meer boeken te zijn die inspireren en uitnodigen tot een gesprek. Het idee voor een mini-bibliotheek met de naam ‘klein geluk’ was geboren. Het locatiemanagement gaf een startbedrag om boeken aan te schaffen. Schrijvers en uitgevers werden aangeschreven en er werden spontaan boeken gedoneerd.

Kastje op wielen
De reizende mini-bieb doet zijn naam eer aan: het kleine kastje op wielen, dat inmiddels behoorlijk vol met boeken staat, gaat door heel WZH Leilinde heen. Er wordt steeds gekeken op welke plek de bieb goed tot zijn recht komt. De bieb blijft zes weken op dezelfde plek staan. De afdeling waar de bieb staat heeft de zorg voor de boeken, die ter plaatse gelezen kunnen worden maar ook een tijdje mee naar huis mogen. Iedereen wordt uitgenodigd om boeken die ongebruikt in de kast staan, te delen en nieuwe boeken toe te voegen.

Hulpmiddel
De mini-bieb is geen doel op zich maar een hulpmiddel voor mantelzorgers en zorgmedewerkers om elkaars verhaal meer te zien en te horen. De aanwezigheid van de mini-bieb straalt ‘welkom’ uit naar mantelzorgers: wij zien jou, hebben oog voor je. En nodigt de zorgmedewerker uit zijn of haar verhaal te vertellen. Beiden zijn daarbij welkom zoals ze zijn!

 

Zegt het voort
Tijdens de Prikkel je Brein dagen, 13 april 2017, van WZH Leilinde hebben Ingrid en Sabine vier keer voor een volle zaal een workshop gegeven. Ingrid denkt er lachend aan terug: “dat was echt een geweldige ervaring! Nu heeft de locatiemanager gevraagd of wij dit idee ook vorm willen geven bij WZH Rustoord. Daar zijn wij heel trots op. En als er nog meer WZH locaties zijn waar er behoefte is aan een mini-bieb, dan gaan Sabine en ik daar óók naartoe om te supporten bij de opzet!”

Samen. De Reizende Mini-bieb 'Klein Geluk' is ontstaan uit de wens om met elkaar zorg te geven: de in- en formele zorggever. De professional en de mantelzorger. Beide vanuit wie men is, en wat men kan bieden naar de omstandigheden, naar ervaring en scholing. Het is een eerste stap op weg naar een werkelijk wederzijds ontmoeten. Ik ben er trots op dat WZH (WoonZorgcentrum Haaglanden) dit kleine krachtige initiatief steunt, en deze wens op waarde schat.

www.wzh.nl/wzh/nieuws/actualiteiten/de-reizende-mini-bieb

juni 2017

<Post>Maatje, wordt jij (als schrijver) een Postmaatje?

Geschreven door Ingrid van der Voort, in opdracht van Eef de Nooijer

Stichting Eefies, opgericht door Eef de Nooijer en Edwin de Vries, zet zich in voor een prachtig mooi project dat groeit en groeit en dat waardevolle aandacht schenkt aan ouderen en mensen met een beperking: ‘Postmaatje’ genaamd. In een tijd waarin de wereld draait om digitale communicatie, gaan zij juist ‘ouderwets’ te werk. Met dit project geven zij hun bijdrage aan het tegengaan van het sociale isolement waarin o.a. veel ouderen verkeren. Hoe? Heel eenvoudig: met een kaartje, een brief – met een moment van werkelijke aandacht voor elkaar!

  

Eenzaamheid, wat doet dat met je?

Iedereen, jong en oud, voelt zich weleens eenzaam of verlaten. Toch is het een onderwerp dat we nog niet snel met elkaar bespreken; ook onder ouderen en ook onder mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking niet. Je werkelijk eenzaam voelen geeft je een gevoel van leegte, verdriet en soms van angst. Je mist de verbondenheid met de wereld en met andere mensen om je heen. Eenzaamheid is een persoonlijke beleving, en raakt je in je ziel. Het is géén geheim dat vele ouderen thuis of in het zorgcentrum, onder een bepaalde vorm van eenzaamheid lijden. Maar ook breder in de samenleving komt eenzaamheid voor. Het verlangen naar contact met de buitenwereld is groot, zeker als je zelf die wereld niet meer op kunt zoeken. Elke dag is dit gevoel er (on) bewust weer.

Hoe kun je dit kringetje doorbreken?

Om jezelf te beschermen tegen eenzaamheid helpt het om de verbinding met anderen (weer) aan te gaan. Elke kleine stap is er één. Stichting Eefies heeft gekozen voor een vorm die Eef de Nooijer zelf enorm aanspreekt, als liefhebber van brieven schrijven en post versturen, maar die ook snel te realiseren is voor ieder: stuur (elkaar) eens post!

Samen aan de slag

Dit project kan alleen zo groeien als schrijvers (vrijwilligers), die met plezier een kaart of brief vol schrijven, gekoppeld worden aan ouderen en mensen met een beperking, die hebben aangegeven met plezier post te willen ontvangen! Er zijn mooie combinaties te maken. Een koppeling met iemand die zelfstandig woont, of die in een woon/zorgvoorziening verblijft. Te denken valt aan:

  • Een correspondentie met elkaar starten – het leven van alledag met elkaar delen als schrijver en ontvanger;

  • De schrijver stuurt geregeld een kaart, de ontvanger geniet van deze post en dat is prima;

  • De schrijver maakt zelf een leuke kaart en stuurt deze op naar de ontvanger, (en andersom);

  • Schrijvers en ontvangers nemen gezamenlijk deel aan een ‘Huiskamerproject’ – leerlingen van een school sturen maandelijks post op aan ouderen met dementie of aan een woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze post is kleurrijk en herkenbaar. Gezamenlijk wordt de post gelezen en bekeken.

 

Genieten

Dat deze aandacht in de praktijk goed doet, blijkt uit dit voorbeeld. Al enige maanden stuurde een enthousiaste schrijver post aan haar Postmaatje, die aangegeven had zelf niet meer te kunnen schrijven. Dacht ze. Op een dag raapte ze haar moed bij elkaar, zette haar schroom opzij. Ondanks haar bibberende handschrift stuurde ze een brief aan haar schrijver terug; om haar te bedanken. Ze genoot zó van de post!

Ontroerd door dit gebaar van haar Postmaatje was de schrijver zeer verrast toen zij deze brief op haar deurmat vond. En zo zijn er meer mooie verhalen. Kijk eens op de Facebookpagina van Postmaatje (Postmaatje Eefies). Doe(t) je/u mee? En deze oproep is momenteel vooral bedoeld voor de ‘ontvangers van de post’. Er staat namelijk al een grote groep Schrijvers op u/jou te wachten, die graag een eerste kaart aan u/jou op de post willen doen!

Aanmelden

Een e-mail met een verzoek om meer informatie is voldoende, als u zich als Stichting/Zorgcentra/Vrijwilligersorganisatie/School/Kinderdagopvang wilt aanmelden: info@eefies.nl

Schrijvers kunnen zich aanmelden via: www.postmaatje.nl (Houdt rekening met een wachtlijst m.b.t. het startmoment – kan echt even duren.)

Postmaatjes (die heeft de stichting hard nodig) kunnen zich aanmelden via: info@eefies.nl . Het is tevens mogelijk om door een familielid, buurman/vrouw, vriend(in), mantelzorger aangemeld te worden. Naam/adres/leeftijd graag erbij vermelden. De persoonsgegevens van de ouderen worden niet aan derden verstrekt.

Vele organisaties

Inmiddels heeft Postmaatje meerdere organisaties weten te koppelen aan het Project. Graag wil Stichting Eefies de groep ouderen, maar ook de groep mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking die deelnemen aan het Project groter maken! Het is fijn om via een organisatie Schrijvers te koppelen aan de Postmaatjes. Dus ‘hoort zegt het voort’, of vraag vrijblijvend de flyer aan.

Met elkaar maken we de wereld een beetje mooier. Graag tot ziens bij Postmaatje, namens Eef de Nooijer!

04 augustus 2016

Haal de bezem door je leven

Geschreven door Jamie Nederpel

 

Marie Kondo. Geboren in 1985 in Japan en nu ’s werelds bekendste opruimgoeroe. Haar boek ‘Opgeruimd!’ wervelde de levens van meer dan 2 miljoen mensen in, om hen met haar eigen KonMari-methode een gestructureerd huis én hoofd te bezorgen. Toegegeven, ze is een beetje vreemd. Elke dag als ze thuiskomt, haalt ze haar handtas leeg en bedankt ze alle spullen, waarna ze hen te ruste legt. Dat ga ik niet doen. Wat ik wel heb gedaan, is met heel veel plezier haar boek gelezen en vervolgens mijn kledingkast gehalveerd. En wat bleek? KonMari kun je ook héél goed toepassen op andere aspecten van je leven.

 

Does it spark joy?

De KonMari-methode begint met het maken van een levendige voorstelling van je einddoel. Je visualiseert je huis zoals je het wilt nadat je het hebt opgeruimd. Op welke manier wil je wonen en leven? En wat bedoel je daar precies mee? Waarom wil je zo leven? Wat geeft het je? Zaag jezelf hier goed op door. Je zult dan ontdekken dat het opruimen en ordenen van je huis maar één doel dient: gelukkig worden. En dat verklaart ook de simpele en doeltreffende kern van de KonMari-methode, de manier waarop ze het daadwerkelijke opruimen aanpakt. Dat gaat namelijk als volgt: je pakt, per categorie, alle spullen in je huis één voor één vast en stelt jezelf elke keer de vraag: word ik hier blij van? Of, in het Engels: does it spark joy? En als iets geen joy (meer) sparkt, doe je het weg. Geen genade.

That’s it. Een kind kan de was doen.

 

Dit kun je ook doen met andere aspecten van je leven. Zoals je baan, het huishouden, vriendschappen, vrijwilligerswerk, mantelzorg, hobby’s. Je schrijft per categorie ALLE verschillende onderdelen of taken hiervan op, het liefst op afzonderlijke blaadjes. Je pakt ze een voor een. En je beantwoordt heel eerlijk en voor elk onderdeel of taak apart de vraag: does it spark joy?

 

Weet je eigenlijk nog wel waar je blij van wordt?

Klinkt logisch, nietwaar? Maar wat nu als je al gedurende lange tijd vooral dingen voor anderen doet? Omdat ze moeten, of van je verwacht worden? Dan kan het zijn dat je vergeten bent wat je ook alweer leuk vindt om te doen. Dat je jezelf überhaupt nooit meer de vraag stelt of je ergens nog wel blij van wordt. Bovenstaande oefening is dan best lastig.

 

In dat geval is je huis een mooie plek om te beginnen met opruimen. Elk item geeft je namelijk de gelegenheid om te oefenen met de vraag ‘does it spark joy?’ Begin met je kledingkast en leer weer voelen waarvan je blij wordt. Ga verder met je boeken en oefen met loslaten van dingen waarvan je niet blij wordt. Neem je paperassen onder handen en krijg inzicht in hoe je keuzes maakt en naar welke onderwerpen je interesse uit gaat. Haal je bezem door je huis en maak ook in je hoofd ruimte voor nieuwe dingen. Zo stoom je jezelf klaar voor het opruimen van de rest van je leven.

 

Misschien ben je bang dat er niets overblijft als je de KonMari-methode rigoureus toepast op je huis en op je leven. Volgens Marie Kondo is dat niets iets om je zorgen over te maken. Het is dan gewoonweg tijd voor iets anders. Vasthouden aan dingen (en relaties) waarvan je niet blij wordt, vreet energie. Ga gewoon schiften en kijk vervolgens of je de dingen waarvan je niet blij wordt, kunt loslaten. Of, als ze toch moeten gebeuren, of je ze van je af kunt organiseren. Het is misschien moeilijk om te geloven, maar dat wat jij niet leuk vindt, doet een ander juist graag. Zo maak je ruimte voor nieuwe dingen waarvan je wél energie krijgt.

 

Want als je dingen waarvan je niet blij wordt loslaat, ontstaat er ruimte. En waar ruimte is, is plaats voor nieuwe dingen. In die volgorde. Het voelt misschien eng om iets ouds los te laten voordat je weet wat ervoor in de plaats komt. Maar het werkt ook verrassend natuurlijk. Er komt pas ruimte voor nieuwe dingen, als je eerst die ruimte hebt gemaakt. Dus haal die bezem door je leven en laat het zich vullen met dingen en mensen waarvan je blij wordt!

 

Jamie Nederpel,

Loopbaancoach in de natuur (Noloc erkend), omgeving Oudenbosch. Jamie heeft een achtergrond in de non-profit sector als communicatieadviseur. Van communicatieadvies is zij in de loop der jaren opgeschoven naar intermenselijke communicatie en persoonlijke ontwikkeling. Zij ervaart dagelijks in haar werk als coach hoe de natuur en het wandelen verhelderend kan werken.

Voor meer informatie over haar wijze van begeleiden: www.jamienederpel.nl .

*Alleen met toestemming van de auteur en Het Nieuwe Huishouden mag dit artikel overgenomen worden door derden.

11 december 2015

 

 

Onderschatte rouw bij ouderen

Geschreven door Arthur Polspoel

 

Als mensen op oudere leeftijd met allerlei vormen van verlies geconfronteerd worden - minder vitaliteit, lichamelijke kwalen en kwaaltjes, een noodgedwongen verhuizing naar een zorgvoorziening of afhankelijkheid van zorg aan huis – zeggen we gemakkelijk dat de ouderdom nu eenmaal met gebreken komt. Als iemand op oudere leeftijd een partner verliest, wordt vlot gezegd dat die twee lang met elkaar samen hebben mogen zijn. Het is immers niet aan iedereen gegund om samen oud te worden. Als je pas op oudere leeftijd achteruit gaat of door enigerlei vorm van verlies in een rouwsituatie terecht komt, wordt luchtig gezegd dat je troost mag putten uit het feit dat je toch vele jaren een mooi leven gehad hebt.

 

Al deze bedenkingen zijn waar, maar ze zijn een gruwel als de omgeving deze ‘waarheden’ gebruikt als een vorm van troost om de oudere te helpen zich te verzoenen met datgene waarmee hij of zij worstelt.

Verlies bij hoge ouderdom en het daarbij horende gemis worden gezien als dingen die nu eenmaal bij het leven horen en die je dus moet accepteren. Sommige ouderen kunnen dat redelijk goed. Ze houden er rekening mee dat allerlei vormen van verlies gewoonweg bij deze levensfase horen. Dat betekent echter niet dat ouderen geen intense rouwbeleving kunnen ervaren.

 

Het leven nemen zoals het komt

Vroeger heerste over het algemeen de opvatting: je moet het leven nemen zoals het komt. In Nederland leefden generaties van mensen in een cultuur die sterk bepaald werd door landbouw en visserij. Het waren vakmensen die veel konden, maar daarnaast sterk afhankelijk waren van de natuur, het weer, geluk of pech. Zij geloofden als geen ander ‘je moet het leven nemen zoals het komt…’. Een dergelijke houding kan helpen om tegenslagen tegemoet te treden met acceptatie en overgave. Toch kan het ook leiden tot een vorm van passiviteit en een gevoel van onmacht.

 

Jonge mensen van nu hebben een andere opvatting van het leven: het moet maakbaar zijn en alles moet bereikbaar zijn. De jongere van nu zal zich doorgaans tot het uiterste verzetten tegen datgene wat niet gaat zoals hij of zij het zou wensen. De keerzijde van zó’n houding kan zijn: het tegen beter weten in blijven bestrijden van wat tegenzit en onomkeerbaar is. De ouderen van de huidige generatie zullen zich vermoedelijk herkennen in zowel de opvatting van vroeger als in die van deze tijd. Voor de verwerking van rouw kan dat zowel gunstig als belemmerend zijn. 

 

Vier opdrachten

Theorieën over rouwverwerking wijzen erop dat voor een goede verwerking aan vier opdrachten moet worden voldaan:

 

De realiteit van het verlies toelaten. Iemand die geconfronteerd wordt met een verlieservaring 'weet' wel wat hem of haar overkomt, maar dat weten is vooral verstandelijk. Het verstand zegt dat het werkelijk waar is, maar het gevoel wil dat, tegen beter weten in, ontkennen. Ouderen hebben over het algemeen minder moeite om dit besef tot zichzelf door te laten dringen, dan iemand die op jongere leeftijd een partner kwijtraakt.

 

De emotionele pijn beleven. Sommige ouderen blijven steken in de pijn van het verlies. Een van de oorzaken daarvan is dat het zeker voor ouderen niet zo gebruikelijk is om met je emoties te koop te lopen. Controle houden over zichzelf en het accepteren van de onvermijdelijkheid moeten in goede balans zijn met het toelaten en doorleven van de pijn om de scherpe kantjes van de emoties te laten verminderen.

 

Het is nodig om geleidelijk aan weer de dingen van alle dag op te nemen, je moet immers verder. Ja, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mensen die op jonge leeftijd een verlies lijden, zullen veel sneller zeggen dat ze, hoe dan ook, toch verder moeten. Omwille van hun eigen toekomst of omwille van de toekomst van kinderen waar men nog de zorg voor heeft. Ouderen hebben dat toekomstperspectief veel minder.  Hun kinderen leiden hun eigen leven. De drijfveren om het leven nog opnieuw in te richten zijn grotendeels afwezig.

 

Ten slotte zou het ideaal zijn om weer de zin en betekenis van het leven terug te vinden.

Het verlies van de partner in de levensfase waarin men zelf hoogbejaard en afhankelijk is, roept bij de achterblijver vaak het verlangen op om zelf ook te mogen sterven. De verzuchting ‘voor mij hoeft het niet meer’ of  ‘ik zou willen dat Onze Lieve Heer mij kwam halen’, etcetera, geven aan dat het leven zinloos is geworden zonder de persoon met wie men zo lang verbonden was. Daarnaast kunnen de energie, het verlangen en de wil ontbreken om nog betekenis aan het leven te geven. Het gevoel van overbodigheid en het tot last zijn van anderen kan dan gemakkelijk toenemen. Ik denk dat dit de grootste belemmering is in de rouwverwerking in de oudere leeftijdscategorie.

 

De pijn van de rouwende ouderen begrijpen

Omdat de dood op late leeftijd wordt gezien als een normale gang van zaken, als de kringloop van het leven, wordt de situatie van oudere rouwenden als vanzelfsprekend ervaren. De omgeving slaat er minder acht op. Of men vervalt in de clichés die we eerder beschreven. Natuurlijk is er ook machteloosheid bij de omgeving. Maar de machteloosheid zou geen belemmering mogen zijn om de ontmoeting met rouwende ouderen uit de weg te gaan. De clichés zijn geen troost . Wel troostend is de oprechte poging om de pijn van de rouwende te begrijpen. Dat houdt niet in: proberen om de pijn te verklaren en hopen dat deze daardoor verzacht wordt. Troost is juist het tegenovergestelde: de pijn erkennen en niet bang zijn dat je het verdriet dan erger maakt. De oudere die ervaart dat zijn of haar pijn wordt erkend, zal een beetje minder voelen van de eenzaamheid en de leegte van het gemis. Echte troost vraagt daarnaast om trouw. Het uithouden bij de uiting van verdriet en het gevoel van zinloosheid, telkens weer.

 

Want alleen daarin bevinden zich de aanknopingspunten om de kwetsbare, rouwende oudere begripvol bij te staan.

 

 

Arthur Polspoel,

Emeritus universitair docent en supervisor verbonden aan de Theologische Faculteit Tilburg. Hij heeft veel ervaring opgedaan in de begeleiding van nabestaanden, is een veelgevraagd spreker over rouw en Palliatieve zorg en is nog steeds aan diverse opleidingen verbonden als (gast-)docent.

 

Dit artikel is geschreven voor de Nieuwsbrief nr.8 van VPTZBommelerwaard. Dank aan mevrouw Leny Merks-Piels voor dit gegeven akkoord om dit artikel te plaatsen op de website van Het Nieuwe Huishouden.

*Alleen met toestemming van de auteur, VPTZBommelerwaard, en Het Nieuwe Huishouden mag dit artikel overgenomen worden door derden.

13 oktober 2015

bottom of page